De rode draad
Borduren in Bunschoten-Spakenburg
In Museum Spakenburg is tot 28 augustus 2021 een tentoonstelling te zien over merk- en letterlappen.
Het museum bezit een mooie collectie, maar de meeste stukken bevinden zich doorgaans in het depot. Het is opvallend dat deze familiestukken, die voornamelijk dateren uit de 19de- en 20ste- eeuw, vaak generaties lang zorgvuldig zijn bewaard en gekoesterd. In deze tentoonstelling worden ze voor het voetlicht gebracht.
Veel vrouwen op leeftijd herinneren zich nog wel dat zij zelf een (rode)schoollap borduurden. Vanaf 1878 tot 1974 stond het vak 'nuttige handwerken voor meisjes' dan ook verplicht op het rooster van alle lagere scholen.
Ze leerden kousen breien, stoppen en mazen, haken, borduren, naaien en soms ook patroontekenen. Deze vaardigheden waren uiterst nuttig, zeker omdat textiel tot in de jaren zestig kostbaar was.
De merk- of letterlap werd uitgevoerd in kruissteekjes en meestal geborduurd met rode borduurzijde. De letters en cijfers waarop geoefend werd dienden om later het linnengoed van de uitzet te kunnen merken, met de beginletters of initialen van de eigenaar. Ook werden ze soms genummerd (om aan te geven hoeveel stuks er van het soort linnengoed was).
Vanaf 1974 veranderde het vak ‘handwerken’ in ‘textiele werkvormen’. Dit werd ook aan jongens onderwezen. Al gauw verdween het vak naar de marge en in 1985, bij de invoering van de ‘Wet op het basisonderwijs’ verdween het definitief van de lesroosters.

Naast de schoolhandwerken wordt er in de tentoonstelling ook aandacht besteed aan de historie van het borduren in kruissteek. Al vanaf de 15de eeuw zijn er merklappen in de westerse wereld vervaardigd. De oudst bekende merklap in de collectie van Museum Spakenburg dateert uit 1771. Op deze merklappen zijn vaak ook veel patronen te vinden met een rijke symboliek, waarvan de meeste maaksters de betekenis overigens niet kenden; zij kozen wat ze mooi vonden of wat hun naailerares of moeder hen voorschotelde.
Een belangrijk deel van de tentoonstelling is ingeruimd voor borduurlappen uitgevoerd in wol op stramien uit de 19de- en begin 20ste-eeuw. Dit type borduurlappen is ook wel bekend onder de naam Berlijns wolwerk. De patronen kwamen veelal uit Duitsland (voornamelijk Berlijn) en verschenen in grote oplage bij gespecialiseerde uitgeverijen. Ook kwam er speciaal garen op de markt in ontelbaar veel kleuren. De patronen en het garen werden enorm populair en het is dan ook niet verwonderlijk dat ook in Bunschoten-Spakenburg veel Berlijns wolwerk bewaard is gebleven.
Wat alle merk- borduur- en letterlappen gemeen hebben is het persoonlijk karakter van het handwerk, dat door generaties vrouwen is beoefend. Dit vormt de rode draad en is zeker bijzonder om in deze tentoonstelling verzamelt te zien.




