'In de jaren '70 van de vorige eeuw maakte ik veel reizen om antiek, maar vooral antieke stoffen en sieraden te zoeken. In de eerste jaren veel naar Engeland, maar mijn favoriete stad was Parijs. Mijn Frans was redelijk goed en al snel leer je het vakjargon in het Frans ook kennen. Op een van die reizen liep ik langs mijn adressen waar ik veel zaken mee deed en die ook voor mij allerlei zaken reserveerden tot ik weer kwam, meestal drie soms vier keer per jaar. Een bekende voor mij was 'Madame Clara', ze had altijd heel veel stoffen, maar was wel duur en niet gemakkelijk in het onderhandelen.
Je moest heel goed zorgen dat bij de aanschaf van stoffen er voldoende stof was om zoveel mogelijke kraplappen uit te knippen dan dat het patroon repeteerde, want de Spakenburgse en Bunschoter dames wilden wel symmetrische patronen op hun kledingstukken.
Ik liep wat te slenteren en at een zak met frites als lunch toen ik madame Clara passeerde, ze groette vriendelijk, maar ik ben doorgelopen mede door mijn etenswaren. Ik dacht; straks kijk ik wel, waarschijnlijk is er niet veel.
Toen ik later terug kwam en bij haar winkel naar binnen ging vroeg ik of er nog wat voor mij was, ze wist heel goed wat ik zocht.
Ze liet me een gordijn zien, wat prachtig geschikt was, vroeg 19e eeuws Frans met sitsmotieven uit de 18e eeuw. Maar er bleek nog veel meer te zijn, zes gordijnen, een bedsprei en een achterwand, een totaal hemelbed dus. Ik vroeg de prijs en schrok me rot, dat was erg veel! Maar ik ging rekenen hoeveel kraplappen ik daar uit kon knippen, alles had een prachtige rand die gelijk gebruikt kon worden en waren dus erg gunstig. Verder de binnen patronen waren zgn. "levensbomen" waar je erg goed op moest letten of de patronen rapporteerden. Dat lukte op de achterwand na, dat middenstuk bleef als het ware over, alleen de rand was bruikbaar.
Ik had altijd wel veel contant geld bij me en de bankchecques van ten hoogste 300 gulden per stuk. Opgeteld kwam ik geld tekort, maar ik moest ook mijn hotel nog betalen, eten en naar huis, dus benzine voor onderweg!
Het was dus een hele rekensom.
Ik betaalde al wat ik kon missen, zodat ik wat reserve had om thuis te komen. Ik kreeg het voor elkaar dat ik nog een bedrag kon nasturen via cheques en kreeg de hele lading mee! Ik moest direct naar het hotel om af te rekenen en te vertrekken, want ik had nog een rit van zes uur voor de boeg! Maar met een heel goed gevoel, zo veel had ik nog nooit gehad.
Terug thuis, ik woonde nog bij mijn ouders heb ik die de buit laten zien en direct daarna aan mijn compagnon (indertijd Jan Boekhout). We hebben het toen maar gevierd tot in de kleine uurtjes!
Het middenstuk wat niet "bruikbaar" was hebben we toen verkocht aan het toenmalige museum 't Vurhuus' [het huidige Museum Spakenburg].
Zo is er van dat avontuur toch nog een tastbare herinnering!'